De appel heeft een rijk geschakeerde symbolische betekenis.
Wilde appels werden al in het grijze verleden geplukt en grote gekweekte
soorten zijn al in de Jongere Steentijd in Midden-Europa bekend. In de Britse
Keltensagen is Avalon, het appelland, een symbool voor bovenaardse vreugden. De
mytholoog R. van Ranke-Graves vat in die zin de appel op als een wijdverbreid
symbool van zoete liefde en lente: “Hij is de pas tot de Elyseïsche velden, de
appelgaarden, waartoe slechts de zielen der helden toegang hebben… een appel is
het geschenk van de drie Hesperiden aan Heracles, en ook van Eva, de “moeder
van alle stervelingen”, aan Adam. Tenslotte draagt Nemesis, de godin van het
heilige woud, die in latere mythen tot symbool van de goddelijke wraak op
hovaardige koningen werd, een met appels behangen tak; haar geschenk aan de
helden. Alle paradijzen uit de Jonge Steentijd en de Bronstijd waren eilanden
van boomgaarden…”
Dionysus, de god van de roes, de schepper van de appel,
schonk deze aan Aphrodite, de godin van de liefde. De godin Eris gaf met een
gouden appel (de spreekwoordelijke twistappel),
die zij tussen de goden wierp, aanleiding tot de keus van de Trojaanse prins
Paris en veroorzaakte de ontvoering van Helena en de Trojaanse oorlog. Heracles
moest de appels van de Hesperiden onder grote gevaren ui t het verre westen
halen. Gaia (Gaea), de godin van de aarde, schonk Hera een appel als symbool
van de vruchtbaarheid, bij haar huwelijk met Zeus. In Athene deelde en aten
jonggehuwden bij het betreden van het bruidsvertrek een appel. Het toesturen of
toewerpen van appels maakte deel uit van de hofmakerij.
De Oudnoorse godin Iduna
bewaarde appels die de eeuwige jeugd schonken. In de Keltische religie was de
appel een symbool van de overgeleverde kennis.
De Chinese symboliek gaat uit van de gelijkluidendheid van
de woorden appel en vrede (p’ing), maar ook het woord voor
ziekte (ping) komt er mee overeen, en zieken moet men dus geen
appels geven. Appelbloesem symboliseert daarentegen de vrouwelijke schoonheid.
In Europa is de appel van het paradijs, d.w.z. van de boom
van goed en kwaad, het symbool van de verzoeking en de erfzonde. Op
afbeeldingen van de zondeval van het
eerste ouderpaar (Adam en Eva) houdt de slang de verlokkende appel in de bek,
hoewel de tekst slechts van ‘vruchten’ spreekt: onze appel was in het oosten
niet bekend. Verschillende overleveringen stellen de vijg, de kwee of de
granaatappel ervoor in de plaats. Afbeeldingen van de geboorte van Christus
tonen het kind Jezus dat naar een appel grijpt: het neemt zinnebeeldig de
zonden van de wereld op zich, en appels in de kerstboom kunnen in soortgelijke
zin als verwijzing naar de Christus’
geboorte mogelijk gemaakte terugkeer in het paradijs uitgelegd worden.
De verlokkende zoetheid van de appel werd echter allereerst met de verlokking
van de zonde geassocieerd, ook in de zin van de homonymie van het Latijnse
malus, malum (Grieks melon) met malum, het slechte,
boze de zonde. In barokke kunstwerken
heeft de dood als geraamte ook niet zelden een appel in de hand: de
prijs van de oerzonde is de dood.
De appel functioneert hier door zijn bijna volkomen bolronde
vorm als een kosmisch symbool, en keizers en koningen voeren dan ook behalve de
scepter een ‘rijksappel’ die de wereld vertegenwoordigt (zie ook ‘Etymologie’).
In de oudheid stelden de drie bollen op een beeldenaar de aan keizer Augustus
bekende werelddelen Azië, Afrika en Europa voor, en op de rijksappel troonde de
figuur van de godin van de overwinning (Nikè, Lat. Victoria). In de christelijke
tijd kwam daar het kruis voor in de plaats, en het astronomische symbool voor
‘aarde’ is dan een cirkel met een kruis erop.
De appel wordt met de vrouwenborst vergeleken en het
klokhuis van de doormidden gesneden vrucht met de vulva.
Zelfs de ongenietbare wilde appel vond toepassing in de
wapenkunde: “Een wilde appel is hard en wrang, en dient ook vooral om wijn te
conserveren, opdat die niet harsig wordt. Zo wordt ook door harde strengheid
het kwaad gestraft, maar de deugd onderhouden” (Böckler, 1688).
Een aantal verhalen zijn uitgebreider terug te vinden onder
andere kopjes van ‘Verhalen’.
>